- 9 december -

Zonder waarheid geen geloof

(GJE VII 25, 2-4)
Ik zei: Wie Mijn woorden gelooft en er naar handelt, zal zalig worden! Maar jullie geloven nu, omdat jullie tekenen hebben gezien en zeggen dat Ik een God ben, maar zouden jullie geen tekenen hebben gezien dan zouden jullie ook niet hebben geloofd en niet hebben gezegd dat Ik een God ben. Wel, hoe komt dat?
Kijk, dat komt omdat jullie nu eenmaal nog nooit een waarheid hebben gehoord! Maar Ik zeg jullie nu: Streef allen naar de zuivere waarheid, want die alleen kan jullie volkomen vrij maken naar lichaam en ziel; naar het lichaam omdat de waarheid jullie zal zeggen waarom je een lichaam te dragen is gegeven, en naar de ziel omdat de ziel jullie vanuit de waarheid in haar zelf zal zeggen dat zij bestaat voor het verkrijgen van de volledige vrijheid en de eeuwige zelfstandigheid!
Wel, mijn arme lieve dochter, Ik zou je dit echt niet hebben gezegd, als Ik niet wist dat je in alle opzichten, uitzonderlijk goed bent opgevoed. Maar Ik zeg je dat Ik mensen die soms aan hun eigen mening vasthouden, liever heb dan hen die al gauw na enkele aanwijzingen en bewijzen zo snel als een rietstengel in de storm meebuigen en zich aan deze rechter (de storm) onderwerpen, wat duidelijk bewijst dat zij niet veel eigen kracht bezitten. Wanneer iemand echter zelf geen kracht bezit en met zijn verstand geen goed oordeel kan vellen, is hij voor het rijk van God net zo min geschikt als degene die een akker ploegt en daarbij voortdurend achterom kijkt.