- 26 december -

Innerlijke verandering in de mens (2)

(GJE VII. 77, 7-9)
Ik zei: Zolang de zaadkorrel in de aarde niet sterft en uiteenvalt en zich zo ontbindt dat zijn vroegere vaste delen in de overeenkomstige vormen van de geest beginnen over te gaan, zolang ook blijft de geest werkeloos en verborgen. Maar wanneer het vlees van de zaadkorrel in de aarde zacht begint te worden en begint op te lossen, en in zijn steeds etherischer wordende deeltjes meer gaat lijken op de in de kiem wonende geest, dan begint de geest de aan hem gelijke delen te ordenen en doordringt die steeds meer, en dan treedt er - zoals je dat bij iedere ontkiemende en opgroeiende plant kunt zien - een totaal nieuwe bestaanstoestand in. En wat je in het klein bij een plant ziet, gebeurt ook in het groot en allesomvattend bij de mens, wanneer hij alle neigingen en begeerten in zijn ziel en ook in zijn lichaam die op de buitenwereld gericht zijn, door zijn ernstige wil in zich vernietigt en oplost, en deze in alles steeds meer gelijk begint te maken aan de innerlijke geest.
Nu, dan kan het iemand die lange tijd aan al het wereldse gewend is, wel eens niet zo blij te moede worden, maar wanneer hij zich mettertijd in zijn nieuwe, innerlijke en enig ware leefwereld meer en meer thuis gaat voelen, zal de buitenwereld in gelijke mate steeds onaangenamer voor hem beginnen te worden. Zit er dus maar niet over in als Mijn Rafaƫl je wat meer dan gewoon wakker geschud heeft, want dat is van groot nut voor je.
Hij is in zijn wezen al een zuivere geest en kon daardoor ook directer op jouw geest inwerken dan ieder ander nog zo geestelijk ontwaakt mens had kunnen doen, zolang deze de volledige wedergeboorte van de geest nog niet heeft bereikt. Maar dat is niet ten nadele van je ziel, maar slechts tot haar grote voordeel door Mij zo toegelaten. Zit er daarom, zoals Ik al gezegd heb, maar niet over in als het binnen in je wat vreemd en onwennig begint te worden! Verheug je in je hart als dit gevoel je nog vaker zal overkomen, want het geeft je aan, dat het rijk Gods steeds naderbij komt in het hart van je ziel.