16 januari

Verschil tussen mens en geest

(GJE 1. 165, 8-10)
Het grote verschil tussen iedere mens en iedere geest ligt daarin, dat een geest vanaf het oerbegin uit vrije wil een wijs gebruik maakt van zijn vrijheid binnen Mijn ordening en er eeuwig nooit tegen heeft gezondigd. Een groot deel van de talloos vele geesten heeft de vrijheid van hun wil echter misbruikt en is daarom, ofschoon ze gewaarschuwd waren, ondergedompeld in het gericht; en uit zulke geesten, waaruit eigenlijk deze hele aarde en alle talloze anderen werelden zoals zon, maan en sterren bestaan, komen volgens een onveranderlijke wet die de gehele natuur is opgelegd, zowel de natuurlijke mensen van deze aarde alsook de mensen van alle andere werelden voort, en wel op de bekende manier van de geboorte met de daaraan voorafgaande verwekking. Zo moeten ze dus door opvoeding en onderricht mensen worden en na het afleggen van hun lichaam tot zuivere en volledig vrije geesten worden ontwikkeld.
Als dus het lichaam van de mens voornamelijk aan een uit het gericht geheven geest gegeven wordt, opdat hij daarin als in een geheel eigen wereld een nieuwe vrijheidsproef ondergaat, is het wel duidelijk, dat de reeds volmaakte geesten het vleselijke lichaam helemaal niet nodig hebben, omdat het vlees slechts een middel maar in eeuwigheid nooit een doel is en kan zijn, omdat uiteindelijk alles toch weer puur geestelijk en nooit meer stoffelijk moet worden (....). De zuivere geesten blijven voor altijd en zullen en kunnen net als Ik en Mijn woord in der eeuwigheid niet ophouden te bestaan.