3 januari

Woord van God

(GJE I. 43, 4, 5-7)
Het woord van de Heer is net als al zijn werk. Hij geeft ons zijn leer in de vorm van zaden. Wij moeten die eerst in de voedingsbodem van onze geest zaaien; die voedingsbodem heet liefde; daar zal het zaad dan groeien en een boom van de ware kennis van God en onszelf worden, en op de juiste tijd zullen we dan van deze boom volkomen rijpe vruchten voor het eeuwig leven kunnen verzamelen.
Het voornaamste is echter de liefde; zonder liefde kan geen enkele vrucht van de geest gedijen. Zaai de tarwe maar in de lucht en kijk of hij groeit en of je er vruchten van krijgt. Als je de graankorrel echter in een goede voedingsbodem legt, dan zal hij groeien en je veelvoudig vruchten opleveren. De echte liefde is de juiste aarde voor de geestelijke graankorrel, die ons door de mond van de Heer wordt geschonken.
U kunt daarom beter niet klaarstaan om meteen de fouten van uw naasten te zien, maar het is beter toegeeflijk en geduldig met hen te zijn. (....) Als de liefde eenmaal zowel in u als in uw broeders rijkelijk aanwezig is, dan zal het goddelijk zaad daar goed in gedijen en de zwakke zal dan in zijn sterkte u welwillend aanzien en u veelvoudig vergelden, wat u hem in zijn zwakheid gegeven hebt.