13 januari

Derde scheppingsdag

(GJE I. 159)
"En God zei: Er moet veel groen op het land komen, planten die zaad vormen en bomen die vruchten dragen. En zo gebeurde het ook."
De mens kan nu aan het werk! Zijn juiste inzichten stijgen als met regen beladen wolken op boven de geordende zee en trekken over de droge aarde, die ze bevochtigen en vruchtbaar maken. En de `aarde' begint groen te worden, brengt allerlei grassen en kruiden met zaden voort en allerlei fruitbomen en struiken met zaad. Dit betekent, dat de liefde in het hart van de mens meteen datgene verlangt en wil wat het door hemelse wijsheid verlichte verstand als volledig goed en waar herkent.
Want net zoals het zaad, wanneer het in de aarde gelegd wordt, weldra opkomt en een veelvuldige vrucht voortbrengt, zo brengt ook de juiste kennis in de levenskrachtige bodem van het hart vruchten voort.
De door het licht uit de hemel tot de juiste kennis verheven oorspronkelijke avond van de mens wordt zo tot daad, waarop de werken moeten volgen; en dit is de derde dag van de ontwikkeling van het hart en de gehele mens, d.w.z. de geestelijke mens. Om deze geestelijke mens gaat het; daarom zijn Mozes en alle andere profeten van God in deze wereld gekomen, net als Ik nu Zelf?