- 20 maart -

Levensweg van de mens

(GJE III. 15, 3-4, 6)
Hoewel de weg heel duidelijk is omschreven zal hij naar mijn mening toch zelden helemaal bewandeld worden, want daartoe hebben te veel op het materiële gerichte, wereldse gewoonten op deze enige ware en goede weg een versperring aangebracht die dat verhindert. En velen die deze weg betreden, zullen daar tegenop lopen en halverwege omkeren, vooral als zij niet al te gauw een wonderbaarlijke uitwerking bij zichzelf gewaarworden voor de moeite die ze doen. Dat gebeurt namelijk niet zo snel als men zich in het begin voorstelt, zeker als men voorheen al sterke bindingen had met de buitenwereld.
Ik hoop door Uw bijzondere genade het heilige, grote doel wel te bereiken, maar ik ben er maar één en de grote Romeinse staat telt er nu vele miljoenen. Hoe en wanneer zullen die echter allemaal, die toch net als wij mensen zijn, op deze weg geraken?
Ik zeg: Ook daar is voor gezorgd! Want na Mij blijft de hemelpoort steeds open staan en dat wat wij nu hier bespreken zal over meer dan duizend jaar ook woordelijk gehoord en opgeschreven worden, alsof het plaatsvond voor de ogen van degenen die bijna tweeduizend jaar na ons de aarde zullen betreden. En eenieder die in de toekomst ergens over zal twijfelen zal uit de hemel heel duidelijk ingelicht kunnen worden. Want hierna zal iedereen zelfs door God onderricht moeten worden en degene die zijn lering niet van God krijgt, zal niet in het vreugdevolle rijk der waarheid binnengaan.