- 14 maart -

Gods stem in het hart

(GJE II. 230, 8-11)
Pas met Mijn aanwezigheid wordt de mens de grootste vrijheid van handelen gegeven om zijn leven te voltooien en daarbij krijgt hij een nieuwe wet van de liefde, waaruit met goddelijke volkomenheid alle andere wetten en alle wijsheid uit God inbegrepen zijn.
Als een mens van nu af aan volgens deze nieuwe wet zal leven, zal hij zijn leven ook vast en zeker geheel volgens de goddelijke orde vormen, en daarna ook in de volheid van het ware vrije eeuwige leven in kunnen gaan. Als hij deze nieuwe levenswet echter niet zal aannemen en zijn handelen daarnaar niet als uit zichzelf zal inrichten, zal hij ook zeker het doel van de ware levensvervulling niet bereiken.
Maar niemand zal dan kunnen zeggen: `Ik heb niet geweten wat ik moest doen!' En zou een mens, hier nog zo ver vandaan, zeggen: `De roep van God is niet doorgedrongen tot mijn oren', dan zal tegen hem gezegd worden: `Vanaf dit uur is er geen mens op de gehele aarde, die niet in zijn hart heeft waargenomen, waar hij zich aan moest houden'.
Ieder zal een waarschuwende stem in zijn hart krijgen, die hem aan zal geven wat goed en alleen juist is. Wie deze stem zal horen en daarnaar zal handelen, zal het grote licht bereiken en dat zal alle wegen van de goddelijke orde voor hem verlichten.