- 31 oktober -

Geloof zonder werken is dood

(GJE VI. 163, 4, 7)
Ik zei: Vóór alles moet de prediker zelf helemaal volgens de orde zijn, alvorens hij iemand anders onderricht geeft; want anders is het onderricht zonder inhoud en laat het ook bij de leerling niets achter. Als iemand zelf ijverig doet wat hij leert, zullen ook zijn leerlingen zich inspannen om net zo volmaakt te worden als hun meester. Als de leerlingen echter meteen al hier en daar gebreken en onvolkomenheden aan hun meester ontdekken, zullen zij ook al gauw minder ijverig worden en tenslotte zeggen: De meester is zelf een stumper, wat zal er van ons terecht komen?! En Ik zeg jullie: De leerlingen zullen zo'n meester al gauw de rug toekeren; want een stumper zijn is altijd iets alledaags en behoort nooit tot de sfeer van de kunst, en nog minder tot de sfeer van de wijsheid. Daarom moeten jullie eerst zelf in alles volmaakt zijn, dat wil zeggen, in de leer en het toepassen daarvan, omdat jullie anders niet in staat zouden zijn ware verkondigers van Mijn evangelie te zijn.
Ik zeg jullie: Niet zij zullen het rijk van God binnengaan die tegen Mij zullen zeggen: Heer, Heer!, maar alleen zij die de erkende wil van Mijn Vader in de hemel zullen doen! Het is niet genoeg dat iemand gelooft dat Ik Christus, de Gezalfde van God ben, maar hij moet ook doen wat Ik geleerd heb, anders heeft zijn geloof geen zin; want zonder de werken is het grootste geloof dood en geeft aan geen enkele ziel het eeuwige leven. Besef dat alles goed en handel daarnaar, dan zullen jullie leven!