15 oktober

Bid zoals je bent

(GJE VI. 123, 13-17)
Waarlijk Ik zeg jullie: Wie Mij ooit wat vragen zal, terwijl hij daarvoor speciale, betere kleding heeft aangetrokken, zal ook nooit verhoord worden (....).
Zo bestaat er ook een oude, slechte gewoonte bij het bidden tot God, om alleen maar een bepaalde, vreemde taal daarvoor te gebruiken en deze voor de verering van God het waardigst te achten. Waar in het vervolg die onzin ooit voor zal komen, zal de vraag ook nooit verhoord worden.
De mens moet zich voor Mij alleen maar in zijn hart tooien, en zijn eigen taal spreken en de taal van zijn hart gebruiken, die Ik heel goed versta, dan zal Ik zijn vraag verhoren!
Ik wil dat al die oude dwaasheden helemaal verdwijnen en de mensen geheel nieuwe, waarachtige, zuivere mensen zullen worden. En waar zij zo zullen zijn, zal Ik ook steeds te midden van hen zijn; maar de blinde, wereldse dwazen zullen voortaan gestraft worden doordat hun vragen niet verhoord worden!
God heeft de mensen zonder kleding geschapen en Hij schiep hen naar Zijn evenbeeld, en God was ingenomen met het uiterlijk van de mens omdat het Zijn evenbeeld was. God toonde de mens ook hoe hij kleding moest maken om zijn huid tegen koude te beschermen; maar God leerde de eerste mensen niet om kleren te maken teneinde die hoogmoedig als versiering van hun ledematen te dragen. En nog minder leerde God de mensen opgesmukte kledij te maken om alleen daarin God waardig te kunnen aanbidden.