27 februari

De leer van Jezus

(GJE 11. 172, 1, 3, 6-9)
Deze leer stamt uit de natuur. Een mens die voor miljoenen mensen wetten moet uitvaardigen, zou concrete of willekeurige wetten uitgedacht hebben. Hij zou zelf het meeste profijt willen hebben voor het opvolgen van zijn wetten. Maar deze leer bevat wetten die in de eerste plaats basisvoorwaarden zijn voor het leven van de mensen, en zodoende ook zeer geschikt zijn om het onder de beste, zuiverste en aangenaamste omstandigheden eeuwig te behouden. Er blijkt nergens iets van eigenbelang en nog minder van de een of andere heerszucht, maar er is voor iedere enkeling persoonlijk gezorgd en dus ook voor een gemeenschap van talloze mensen! Waarlijk, door deze leer zou, als zij erkend en dan algemeen opgevolgd werd, de aarde zelf al een hemel worden!
Ja, Heer en Meester, Uw leer bevat de zuivere goddelijke waarheid, ik zou zelfs zegen: zij is zelf al puur leven (....). Maar jammer genoeg zal zij door de niets gelovende bovenlaag van de wereld zeker niet aangenomen worden, omdat deze zich op heidense wijze op aarde al zo'n plaats veroverd heeft, dat zij daardoor naar aardse begrippen heel goed kan leven.
Ik zeg: Vriend, wat je nu gezegd hebt is jammer genoeg waar; het zal veel harde strijd kosten voordat de grote en machtige heidenen Mijn leer volledig zullen accepteren.
Dat zal natuurlijk niet van vandaag op morgen gebeuren, maar na de juiste tijd en onder de juiste omstandigheden; want eerst moet het zaad gezaaid worden, daarna kiemt het en tenslotte geeft het veel vrucht. Maar dat Mijn leer daarnaast door de eigenlijke wereld, die niet sterven zal, altijd aangevochten zal worden, dat weet Ik al eeuwenlang.
Ja, deze zeer zachtaardige leer van Mij zal mettertijd zelfs de bloedigste oorlogen ontketenen, maar ook dat kan niet vermeden worden, want het leven ontstond uit een geweldige strijd in God, en is en blijft daarom een voortdurende strijd en kan slechts door de passende strijd in stand worden gehouden!