15 februari

Zelfontwikkeling van de mens

(GJE II. 75, 7-9)
Ik zeg: Daarin ligt nu juist het grote geheim van de zelfontwikkeling van de mens. Alles kan Ik voor de mens doen en daarbij blijft hij mens; maar zijn hart is van hemzelf; dat moet hij geheel en al zelf bewerken als hij voor zichzelf toegang wil krijgen tot het eeuwig leven. Want als Ik Zelf eerst het hart van de mens zou bijschaven, dan zou de mens een machine en nooit vrij en zelfstandig worden; maar als de mens geleerd wordt wat hij moet doen om zijn hart voor God te vormen dan moet hij dat ook ongedwongen ten uitvoer brengen en zijn hart vormen volgens die leer.
Pas als hij zijn hart zo gevormd, gereinigd en gezuiverd heeft, kom Ik geestelijk daarin en ga er wonen en de gehele mens is dan geestelijk opnieuw geboren en kan daarna eeuwig niet meer verloren gaan. Want daardoor is hij een met Mij geworden, zoals Ik een ben met de Vader, van wie Ik ben uitgegaan en in deze wereld ben gekomen om alle mensenkinderen de weg te wijzen en te banen, die zij geestelijk moeten gaan om bij God in de volheid der waarheid te komen.
Daarom moet jij, net als ieder van jullie, eerst beginnen met de bewerking van je hart, anders ben je verloren - ook al zou Ik je duizendmaal uit het graf in het vleselijk leven hebben geroepen.