25 februari

Zonder fundament geen gebouw

(GJE II. 166, 8-11)
Als er geen fundament is, kan er ook geen gebouw op gezet worden. Leg daarom altijd zo'n fundament voordat je gaat bouwen, dan zal je moeite niet tevergeefs zijn!
Jullie zijn uit God en moeten daarom ook in alles aan God gelijk zijn. God neemt er echter de tijd voor als Hij schept. Eerst is er het zaad, daaruit komt de kiem. Uit de kiem groeit de boom; die vormt eerst knoppen, dan bladeren en dan pas de smakelijke vrucht, waarin weer het oorspronkelijke zaad is gelegd en voor de verdere voortplanting in de vrucht rijpt.
Zoals het in het klein met een plant gebeurt, zo gaat het ook met een hele wereld. De zon rijst niet onaangekondigd boven de horizon en aan een storm gaan altijd waarschuwende tekenen vooraf, die goed te herkennen zijn.
Als God Zelf nu heel strikt en met het grootste geduld en uithoudingsvermogen in alle dingen zo'n orde in de opeenvolging aanhoudt, dan zullen jullie, als Mijn echte leerlingen, Mij toch ook in alles wat Ik jullie heb getoond en waarvoor Ik jullie de weg heb gebaand, navolgen, opdat jullie niet zullen verdwalen op je zelfgemaakte weg.