- 1 september -

Doel van de kruisdood

(GJE V 220, 1-3)
De Heer: Wat Mijn lichaam betreft ben Ik evenals jullie een sterfelijk mens en het gevolg daarvan is, dat ook Ik dit lichaam zal afleggen, en wel aan het kruis in Jeruzalem als getuigenis tegen de slechte joden, hogepriesters en Farizeeën, en tot hun gericht. Want dit alleen zal voor altijd hun macht breken en de vorst van de geestelijke duisternis die nu de mensenwereld heeft beheerst, zal machteloos worden en de mensen niet meer zo erg als tot nu toe verleiden en hen in het bederf kunnen storten.
Deze vorst heet `satan', dat betekent leugen, bedrog, trots, hebzucht, eigenliefde, afgunst, haat, heerszucht en moordlust en allerlei hoererij.
De grootste hoogmoed kan alleen door de diepste deemoed te gronde worden gericht, en het is dus noodzakelijk dat dit aan Mij geschiedt. Wanneer jullie dit dus zullen vernemen, moeten jullie hierdoor niet ontsteld zijn; want Ik zal niet in het graf blijven en ontbinden, maar op de derde dag weer opstaan, en zoals Ik nu hier bij jullie ben, zal Ik weer bij jullie komen! En dit zal jullie allen een grootste en waarste getuigenis van Mijn goddelijke zending in jullie ziel geven en jullie geloof geheel en al sterk maken. Ik heb jullie dit nu van tevoren gezegd opdat, als het zover zal komen, jullie je niet aan Mij ergeren en Mijn leer verlaten.