- 26 september -

Bestemming van de schepselen

(GJE VI. 53, 5-7, 9-11)
Ik zei: Alleen in het algemeen kan Ik je zoveel zeggen, dat alles wat voor de mens zichtbaar en tastbaar geschapen is, iets geestelijks is, dat de bestemming heeft om via een lange rij van allerlei vormen tenslotte in een vrij en zelfstandig leven over te gaan.
De vormen zijn vaten ter opname van het leven uit God en zijn er - reeds te beginnen met het gesteente - door alle rijken der mineralen naar het plantenrijk, door het gehele plantenrijk weer naar het dierenrijk en door dat rijk naar de mens.
Iedere vorm komt overeen met een zekere intelligentie. Hoe eenvoudiger de vorm is, des te eenvoudiger en onbeduidender is ook de daarin aanwezige intelligentie; hoe ontwikkelder en complexer een vorm is, des te meer intelligentie je daarin ook zult vinden.
Deze vormen zijn slechts voorlopige concentratieplaatsen en dragers van sterker en intelligenter wordend leven. Dit leven is voortdurend bezig hogere vormen aan te nemen en verlaat afhankelijk van de eisen die een hogere vorm stelt de voormalige eenvoudiger vorm. Wat er dan verder met de achtergebleven levenloze vorm gebeurt, is onbelangrijk, want dat was alleen maar een organischmechanisch omhulsel dat speciaal geschikt was voor de daarin verblijvende levensintelligentie. Dat zich echter in de levenloze omhulsels voedingsdelen bevinden, is bekend, en doordat de levenloze vormen op hun beurt ook weer verteerd worden, gaat ook het meer edele daarvan weer in een ander leven over, en zo zie je hier op aarde een voortdurende strijd en wisseling van leven door de hele, grote kring van schepselen tot aan de mens toe.
Maar zelfs de uiterlijke vorm van de mens, namelijk zijn lichaam, heeft slechts waarde zolang de levende ziel daarin woont. Is de ziel eenmaal rijp geworden, dan verlaat zij voor eeuwig het lichaam, dat daarna wordt verteerd. Het is van geen belang door wie of door wat. Wat er nog aan substantieels tot de ziel behoort, wordt ook weer aan de ziel gegeven; al het andere gaat als voedingsstof in vele andere geschapen vormen over.