- 20 juli -

Het lot van de materieel geworden ziel (2)

(GJE V 71, 10-11, 13-16)
Jij denkt natuurlijk dat bij God alles ook in een enkel ogenblik mogelijk moet zijn. Ik zeg je daarop, dat bij God inderdaad wel alle dingen mogelijk zijn. Als God marionetten en automaten wil hebben dan is één enkel ogenblik genoeg om de hele zichtbare ruimte daarmee te vullen!
Maar al deze wezens zullen geen eigen vrije wil hebben en geen eigen op zichzelf staand, zelfwerkzaam leven. Zij zullen zich alleen maar bewegen volgens Gods wil die door hen heen stroomt. Wat zij zien zal zijn wat God ziet, hun gedachten zullen de gedachten van God zijn. Zulke schepselen zullen zijn als de afzonderlijke ledematen van je lichaam, die zich zonder jouw bewustzijn en jouw wil absoluut niet zelf kunnen bewegen en actief kunnen zijn.
Kijk, schepselen met een vrij bewustzijn en een vrije wil, die voor zichzelf verantwoordelijk moeten zijn en zichzelf moeten vervolmaken, om daardoor dan ook voor eeuwig vrije en zelfstandige wezens te blijven, moeten door God ook zo geschapen zijn dat het hun mogelijk gemaakt wordt om zoiets te bereiken!
Door God mag hier alleen in zekere zin het zaadje geschapen worden, dat is toegerust met alle denkbare levenscapaciteiten, die als in een huls opgesloten zitten; de verdere, vrijere levensontwikkeling en de vorming daarvan moet aan het zaadje zelf overgelaten worden. Het moet ook het van buiten eromheen stromende leven uit God zelf naar zich toe gaan trekken en daaruit een eigen, op zichzelf staand leven vormen.
En kijk, zoiets gaat niet zo snel als jij denkt, omdat het embryonale leven als zodanig niet zo machtig en daadkrachtig kan zijn als het sinds eeuwigheden allervolmaaktste leven in God!
En omdat iedere ziel, ook al is deze nog zo verdorven, altijd dezelfde bestemming heeft, kan deze aan gene zijde met betrekking tot haar levensheil ook op geen andere manier geholpen worden dan waarop zij zich met de weinige, haar nog ter beschikking staande middelen zelf helpen kan en volgens Gods eeuwige orde ook zelf helpen moet.