3 mei

Belofte van de Heer (1)

(GJE III. 226, 4-9)
Ik zeg: In Mijn woord, dat Mijn geest en Mijn liefde is, zal Ik van nu af aan bij de mensen van goede wil blijven tot aan het einde van de wereld! Wees daar allen van verzekerd!
Maar in deze uiterlijke, menselijke materievorm in eeuwigheid niet meer, zodra Ik deze binnenkort eenmaal volgens het eeuwige besluit zal veranderen!
Want door dit lichaam heb Ik het hele gericht en de dood op Mij genomen, en dit lichaam moet drie dagen aan de dood worden prijsgegeven, opdat jullie zielen voortaan het eeuwige leven kunnen hebben!
Want dit lichaam van Mij is de plaatsvervanger van jullie zielen. Om jullie zielen het leven te geven moet dit het leven laten, en dat afgestane leven zal eeuwig ten goede komen aan jullie zielen.
Maar op de derde dag zal Mijn lichaam het leven in een geheel andere vorm weer hernemen, en de overvloed van Mijn eeuwige geest zal dan in jullie dringen en jullie in alle waarheid leiden.
Pas in die waarheid zullen jullie in jullie harten en in jullie zielen worden veranderd zoals ook Mijn lichaam is veranderd, en jullie zullen zelf vrij en onafhankelijk het eeuwige leven nemen uit de overvloed van Mijn geest, en zo zullen jullie pas waarachtige kinderen van God worden, zijn en voor eeuwig blijven.