- 13 februari -

God heeft geen tempels nodig

(GJE II. 72, 7-9)
Ik zeg: Vriend, dat gebeurde, gebeurt nog en zal in de toekomst nog heel vaak gebeuren, en toch zullen de mensen niet ophouden met het bouwen van tempels! Die te Jeruzalem zal verwoest worden, en van de afgodentempels zal niets teruggevonden worden. Maar in plaats van dit geringe aantal zullen er vele duizenden komen, en zolang er op aarde mensen zullen wonen, zullen zij ook tempels bouwen, grote en kleine, en zij zullen daarin hun heil zoeken.
Maar slechts weinigen zullen voor God een levende tempel in het hart bouwen, de enige plaats waar Hij waardig beleden, vereerd en aanbeden kan worden en ook moet worden, omdat dát alleen de voorwaarde is voor het eeuwige leven van de ziel!
Zolang de mensen in paleizen wonen en zich door de paleizen en vanwege de paleizen zullen laten eren en roemen door degenen die zich geen paleizen kunnen veroorloven, zal men ook naast de paleizen een tempel voor de een of andere god bouwen en hem daarin vereren, en ook al heeft dit niets met waarheid te maken, dan is het toch tot meerdere eer van de paleis- en tempelbouwers.
En zo zal het gebeuren dat de mensen de eer aan zich zullen trekken die zij God behoren te geven. Het loon voor hun werken zal echter dan ook zeer nadrukkelijk daaruit bestaan, wat ze zichzelf toegeëigend hebben!
In het hiernamaals zal men hen echter niet kennen en zij zullen in de grootste duisternis gestort worden, waar huilen en tandenknarsen hun lot zal zijn, omdat de grote duisternis een eeuwige ruzie en onenigheid veroorzaakt. Daarom laten wij voorlopig alles zoals het is, want alle knopen zullen pas in het hiernamaals geheel ontward worden.