- 9 januari -

Bestemming van Gods kinderen

(GJE I. 140, 5 e.v.)
De ware kinderen Gods, die door de ware liefde tot God, de eeuwige heilige Vader en ook in zuivere liefde tot de naaste blijken te leven, zullen in het hiernamaals in het grote Vaderhuis de macht en kracht krijgen om de eeuwig nooit te vullen ruimte steeds meer met nieuwe scheppingen te vullen.
Maar jullie ontwikkeling is nog lang niet ver genoeg om te kunnen begrijpen, wat Ik jullie nu verteld heb. Maar dit zeg Ik jullie nog: Geen sterfelijk oog kan zien, geen oor horen en geen aards verstand kan ooit begrijpen, wat degenen die het waard worden om kinderen Gods te heten, in het hiernamaals in het hemelrijk te wachten staat (....).
Wees daarom niet alleen hoorders, maar veeleer uitvoerders van Mijn woord! Luister daarom niet alleen naar Mijn woord, maar handel er ook naar. Pas door de daad zul je kunnen onderscheiden of de woorden die Ik tot jullie gesproken heb en nog spreek, uit de mond van een mens of uit de mond van God tot jullie gekomen zijn (Joh. 7, 17).
(....) Alleen als het woord tot het hart doordringt wordt het levend, wordt het meester van de wil die het zwaartepunt van de liefde is, en zet vandaar uit de gehele mens aan tot de daad.
Door zo te handelen verandert de oude mens in een nieuwe mens en Mijn woord wordt dan werkelijk nieuw vlees en bloed.
En deze nieuwe mens in jullie zal jullie pas duidelijk vertellen, dat Mijn woorden werkelijk Gods woorden zijn, die nu en in alle tijden der tijden dezelfde macht, kracht en uitwerking hebben als eeuwigheden geleden; want alles wat je ziet, voelt, ruikt, proeft en hoort, is in de grond van de zaak niets anders dan het Woord van God.