27 juli

Mens als evenbeeld van God

(GJE V 90, 4-7)
Ik zeg jullie, dat jullie nu met alles toegerust zijn wat jullie voor het verdere uitdragen van Mijn Woord en Mijn wil nodig zullen hebben.
Wie dit alles inziet en het trouw in acht neemt, zal vast en zeker de vervolmaking van het leven bereiken en de dood nooit voelen; want wie al in dit lichaam het eeuwige leven van zijn geest heeft doen ontwaken, zal bij het afvallen van dat lichaam niets dan een hem boven alles zaligmakende bevrijding in het heldere bewustzijn van zijn volmaakte bestaan duidelijk en juist waarnemen; tevens zal zijn gezichtsvermogen verruimd worden tot in het oneindige!
Maar degenen die niet volmaakt zijn, zal het op het moment dat hun lichaam afvalt wel iets anders vergaan! Ten eerste zullen zij in hun lichaam grote pijn te dragen krijgen, die natuurlijk meestal toeneemt tot het moment dat men het scheidingsmoment noemt. Behalve deze onvermijdelijke pijn van het lichaam zullen echter ook in de ziel vrees, angst en tenslotte zelfs een soort wanhoop zich kenbaar maken en de ziel nog meer pijnigen dan de hevigste pijn van het lichaam. En als de ziel bevrijd wordt van haar lichaam dan zal zij er aan gene zijde niet zelden vele jaren volgens de tijdrekening van deze wereld voor nodig hebben om ook maar tot een enigszins menselijk bewustzijn te komen. Daarom zal het uiterst waardevol en goed zijn, als jullie voor je broeders ook dezelfde inspanning en hetzelfde geduld opbrengen, die Ik nu Zelf met jullie aan de dag heb gelegd.