4 augustus

Door eigen schuld

(GJE V 109, 4-7)
De Heer: De mens kan uit zichzelf alles wat hij maar wil, en niemand kan hem dat beletten. En zo kan de mens met de aarde die zijn lichaam draagt en voedt, doen wat hij wil, en moet dan meestal door de gevolgen ervan leren of zijn wil goed of slecht was.
En om die reden heeft ieder mens een verstand en het daaruit voortkomende oordeel. Hij kan daarom door lering, door wetten van buitenaf en door allerlei ervaring wijs worden gemaakt en kan dan voor het goede, juiste en ware kiezen en zichzelf in zijn handelen daarnaar richten; maar dan is hij daarbij toch niet aan dwang onderworpen, want hij kiest immers zelf vrij wat hij als goed, juist en waar onderkent.
Dat mensen echter meestal om tijdelijke, aardse redenen vaak alles wat zij als goed, juist en waar erkend hebben toch met voeten treden en in hun handelen juist het omgekeerde blijken te doen, kunnen wij nu al dag in dag uit maar al te duidelijk aan honderden mensen zien, en daaruit blijkt dan weer dat de vrijheid van de menselijke wil door niets bedreigd of beperkt kan worden. En zo is het ook goed mogelijk dat de mensen in de loop der tijden grote dingen kunnen uitvinden, en op die manier ook zo kunnen gaan inwerken op de natuur van de aarde dat het uiteindelijk gewoon niet anders kan dan dat deze lek wordt. De gevolgen daarvan zullen natuurlijk niet aangenaam zijn en lijken op een zekere straf voor de verkeerd gebruikte wil, maar ze zijn op geen enkele manier door Mij gewild, maar door de wil van de mensen veroorzaakt.
Willen de mensen nog een keer een zondvloed, dan hoeven ze de bergen maar ijverig af te graven en te doorboren, dan zullen ze daardoor sluizen openen voor de onderaardse wateren! Willen ze de gehele aarde in vlammen zien, dan hoeven ze maar ijverig alle bossen te vernietigen, en de natuurgeesten (elektriciteit) zullen dermate toenemen, dat de aarde opeens in een bliksemvuurzee gehuld zal worden! Ben Ik het dan soms, die de aarde door het vuur wil teisteren?!
Leer daarom de mensen om wijs te zijn, omdat ze anders zelf het gericht over zich zullen afroepen! Ik weet echter dat het zal gebeuren, en toch kan en mag Ik niet belemmerend daartegen optreden door Mij almacht, maar slechts door de leer. Begrijpen jullie dat?